ECLI:NL:CBB:2011:BP7882
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- R.F.B. van Zutphen
- Rechtspraak.nl
Ontheffing voor zondagopenstelling van winkel in het kader van de Winkeltijdenwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 maart 2011 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Winkeltijdenwet. Verzoeker, A, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester en wethouders van Bergeijk, die aan C B.V. ontheffing hebben verleend om haar winkel op zon- en feestdagen geopend te hebben van 16.00 tot 20.00 uur. Verzoeker stelt dat deze openstelling leidt tot nadelige beïnvloeding van de woon- en leefsituatie en de openbare orde in de omgeving van de winkel.
De procedure begon met een primair besluit van 3 januari 2011, waarbij de ontheffing werd verleend. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Tijdens de zitting op 2 maart 2011 zijn de standpunten van beide partijen toegelicht. Verweerders hebben gesteld dat zij bij de besluitvorming rekening hebben gehouden met eerdere uitspraken en dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de mogelijke overlast.
De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoeker en verweerders afgewogen. Hij concludeert dat, hoewel verzoeker enige hinder kan ondervinden, de ontheffing zodanige voorwaarden heeft dat de hinder beperkt blijft. Het akoestisch onderzoek dat aan de ontheffing ten grondslag ligt, heeft aangetoond dat de openstelling op zondag niet bezwaarlijk is. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van ontoelaatbare overlast en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. De beslissing houdt rekening met de belangen van alle betrokken partijen, waarbij het belang van C om de winkel open te houden zwaarder weegt dan de bezwaren van verzoeker.