ECLI:NL:CBB:2011:BQ9615
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Last onder bestuursdwang wegens overtreding van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren met betrekking tot paardenverzorging en afrastering
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 juni 2011 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van verzoeker A, die in beroep ging tegen een last onder bestuursdwang opgelegd door de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De last was opgelegd wegens vermeende overtredingen van de artikelen 36 en 37 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwd), met betrekking tot de verzorging van zijn paarden en de staat van de afrastering van zijn weilanden. Verweerder had A gelast om voor 17 april 2011 maatregelen te treffen om de situatie te verbeteren, maar A maakte bezwaar tegen deze last en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder een controle op 17 maart 2011 door toezichthoudende ambtenaren, die constateerden dat de afrastering van de weilanden ondeugdelijk was en dat er losse materialen lagen die een risico voor de paarden zouden kunnen vormen. A betwistte de noodzaak van de opgelegde maatregelen en voerde aan dat zijn paarden in goede conditie verkeerden en dat de situatie niet gevaarlijk was. Tijdens de zitting op 22 juni 2011 werd duidelijk dat de toezichthoudende dierenarts geen verwondingen bij de paarden had geconstateerd als gevolg van de situatie in de weilanden.
De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de gezondheid of het welzijn van de paarden in gevaar was en dat de opgelegde bestuursdwang niet proportioneel was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd toegewezen, het bestreden besluit werd geschorst en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van verzoeker. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij de toepassing van bestuursdwang in het kader van dierenwelzijn.