ECLI:NL:CBB:2012:BW2569
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- E.R. Eggeraat
- W.A.J. van Lierop
- J.A.M. van den Berk
- Rechtspraak.nl
Energie-investeringsaftrek voor spudpalen op binnenvaartschepen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 10 april 2012 uitspraak gedaan in de zaken AWB 11/77 en AWB 11/78, waarin appellanten, A V.O.F. en haar vennoten B en C, in beroep zijn gegaan tegen een besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De appellanten hadden eerder een verzoek ingediend voor een energie-investeringsaftrek (EIA) voor hun investering in spudpalen op binnenvaartschepen. Het verzoek was afgewezen omdat verweerder geen concrete en objectieve vaststelling van de energiebesparing kon doen die het gevolg was van de investering. Appellanten hebben vervolgens bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De kern van het geschil draait om de vraag of er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om terug te komen op het eerdere besluit van 19 mei 2008, waarin de aanvraag voor de EIA was afgewezen.
Het College heeft vastgesteld dat appellanten geen beroep hebben ingesteld tegen het besluit van 19 mei 2008, waardoor dit besluit rechtens onaantastbaar is geworden. De appellanten hebben aangevoerd dat er nieuwe feiten zijn, zoals het inzicht dat spudpalen aanzienlijke energiebesparingen opleveren, maar het College oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om te spreken van nieuwe feiten of omstandigheden die een herziening rechtvaardigen. Het College benadrukt dat gewijzigde regelgeving en beleidswijzigingen niet als nieuwe feiten kunnen worden aangemerkt. Bovendien is het beroep op het gelijkheidsbeginsel afgewezen, omdat de situatie van appellanten niet vergelijkbaar was met die van andere aanvragers die wel een EIA-verklaring hebben ontvangen.
Uiteindelijk heeft het College de beroepen van appellanten ongegrond verklaard, waarbij het de weigering van verweerder om terug te komen op het eerdere besluit heeft bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de voorwaarden waaronder een bestuursorgaan kan terugkomen op een eerder genomen besluit.