ECLI:NL:CBB:2012:BW9466

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
30 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 12/162 AWB 12/164 AWB 12/166
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen het Oordeel 'Analyse Televisie' van OPTA inzake regulering van de televisiemarkt

Op 30 mei 2012 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken AWB 12/162, AWB 12/164 en AWB 12/166. De appellanten, Tele2 Nederland B.V., T-Mobile Netherlands B.V., YouCa B.V. en Koninklijke KPN N.V., hebben beroep ingesteld tegen het Oordeel 'Analyse Televisie' van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA). Dit oordeel betrof de weigering van OPTA om de televisiemarkt te reguleren. De centrale vraag in deze procedure was of de analyse van OPTA als een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan worden aangemerkt.

Het College heeft geoordeeld dat de analyse van OPTA niet op rechtsgevolg is gericht en dat de beslissing om af te zien van regulerende bevoegdheden derhalve geen besluit is. Dit oordeel is in lijn met de wetgeving, waarin alleen positieve beslissingen als besluiten worden gekwalificeerd. De wetgever heeft in artikel 1:3, tweede lid, Awb de afwijzing van een aanvraag onder het begrip beschikking gebracht, zodat tegen dergelijke afwijzingen beroep openstaat.

De appellanten hebben ook beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoek om regulerend op te treden, welke afwijzing door OPTA werd gemotiveerd met een verwijzing naar het Oordeel 'Analyse Televisie'. Het College oordeelde dat de beroepsprocedure voldoende waarborgen biedt voor een inhoudelijke toetsing van het Oordeel 'Analyse Televisie', conform artikel 4, eerste lid, van de Richtlijn 2002/21/EG. Uiteindelijk verklaarde het College de beroepen niet-ontvankelijk, zonder termen aanwezig te achten voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
AWB 12/162, 12/164, 12/166 30 mei 2012
15300 Telecommunicatiewet
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in de zaken van:
1. Tele2 Nederland B.V., te Diemen (hierna: Tele2) en T-Mobile Netherlands B.V., te Den Haag (hierna: T-Mobile),
appellanten in zaak AWB 12/162,
gemachtigden: mr. P. Burger en mr. R.D. Chavannes, beiden advocaat te Amsterdam;
2. YouCa B.V., te Rotterdam (hierna: YouCa),
appellante in zaak AWB 12/164,
gemachtigde: mr. A.T. Meijer, advocaat te Amsterdam;
3. Koninklijke KPN N.V. en KPN B.V., te Den Haag (hierna: KPN),
appellanten in zaak AWB 12/166,
gemachtigden: mr. J.K de Pree en mr. I.F. Kieft, beiden advocaat te Amsterdam;
hierna ook gezamenlijk aangeduid als: appellanten,
tegen
de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA), verweerster,
gemachtigde: mr. E.C. Pietermaat, advocaat te Den Haag,
aan welk geding tevens als derde-partijen deelnemen:
- Ziggo B.V., te Utrecht (hierna: Ziggo),
gemachtigden: mr. drs. W. Knibbeler en mr. N. Lorjé, beiden advocaat te Amsterdam;
- UPC Nederland B.V., te Amsterdam (hierna: UPC),
gemachtigde: mr. P. Glazener, advocaat te Amsterdam;
- Delta N.V. en Delta Kabelcomfort Netten B.V., te Middelburg (hierna: Delta),
gemachtigde: mr. A.R. Bosman, advocaat te Brussel (België);
- CAIW Diensten B.V., te Naaldwijk (hierna: CAIW),
gemachtigde: mr. S. Sanders, advocaat te Utrecht.
Zitting hebben
mr. R.C. Stam, voorzitter,
mr. H.O. Kerkmeester, lid,
mr. H.S.J. Albers, lid,
mr. G.D. Kleijne, waarnemend griffier.
Ter zitting op 30 mei 2012 zijn verschenen de gemachtigden van partijen. Delta en CAIW zijn ter zitting vertegenwoordigd door mr. ing. L.J. Wildeboer, advocaat te Utrecht. Van de zijde van OPTA is tevens verschenen mr. D. Verduijn, werkzaam bij OPTA.
Aan de orde zijn de beroepen van appellanten tegen OPTA's Oordeel 'Analyse Televisie' van 20 december 2011, met kenmerk OPTA/AM/2011/202885.
Onmiddellijk na het onderzoek ter zitting te hebben gesloten, heeft het College aan partijen mondeling de beslissing en de gronden van de beslissing meegedeeld.
De beslissing
Het College verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
De gronden
Tele2, T-Mobile, YouCa en KPN hebben beroep ingesteld tegen het Oordeel 'Analyse Televisie' van OPTA van 20 december 2011, inhoudende de weigering om de televisiemarkt te reguleren. Partijen houdt verdeeld de vraag of deze analyse een besluit is in de zin van artikel 1:3, eerste lid, Awb. De discussie tussen partijen spitst zich daarbij toe op de vraag of de analyse van OPTA op rechtsgevolg is gericht.
Met OPTA beantwoordt het College die vraag ontkennend. Hij onderschrijft het standpunt van OPTA, zoals dat in het verweerschrift is verwoord. Uit de begripsomschrijving in artikel 1:3, eerste lid, Awb volgt dat alleen een positieve beslissing een besluit is in de zin van de Awb. De - ambtshalve - beslissing om af te zien van het gebruik van regulerende bevoegdheden is zodoende geen besluit.
De wetgever heeft de afwijzing van een aanvraag in artikel 1:3, tweede lid, Awb door wetsduiding onder het begrip beschikking gebracht, om zodoende zeker te stellen dat tegen een dergelijke afwijzing beroep op de rechter openstaat. Appellanten zijn ook tegen de afwijzing van hun verzoek om regulerend op te treden in beroep gekomen. Deze afwijzing motiveert OPTA met een integrale verwijzing naar het Oordeel 'Analyse Televisie'. Naar het oordeel van het College is op die wijze voor appellanten, in overeenstemming met artikel 4, eerste lid, van de Richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en diensten (Pb 2002, L 108, blz. 33; Kaderrichtlijn), voorzien in een volwaardige en doeltreffende beroepsprocedure waarin het Oordeel 'Analyse Televisie' inhoudelijk ter discussie kan komen.
Het College acht geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling met toepassing van artikel 8:75 Awb.
Aldus gewezen door mr. R.C. Stam, mr. H.O. Kerkmeester en mr. H.S.J. Albers, in tegenwoordigheid van mr. G.D. Kleijne als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 30 mei 2012.
w.g. R.C. Stam w.g. G.D. Kleijne