ECLI:NL:CBB:2012:BX0927
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- E.R. Eggeraat
- B.S. Jansen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in hoger beroep tegen uitspraak voorzieningenrechter rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft A, vertegenwoordigd door mr. G.P. Roth, een verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hangende hoger beroep tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam. De voorzieningenrechter van de rechtbank had op 22 juni 2012 een uitspraak gedaan in een geschil tussen A en de Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM), vertegenwoordigd door mr. M.J. Blotwijk. A heeft op 28 juni 2012 hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van het College heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het College zich onbevoegd zal verklaren om van het hoger beroep kennis te nemen. Dit is gebaseerd op artikel 20, derde lid, aanhef en onder d, van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, dat bepaalt dat tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank geen hoger beroep kan worden ingesteld bij het College. A heeft aangevoerd dat er sprake is van schending van de eisen van een goede procesorde en fundamentele rechtsbeginselen, en heeft verschillende grieven ingediend. Hij betoogde dat de rechtbank ten onrechte niet is ingegaan op zijn argumenten en dat zijn verdedigingsrechten zijn geschonden.
De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat de aangevallen uitspraak gemotiveerd is en dat het niet ingaan op elk afzonderlijk argument van A geen schending van de procesorde oplevert. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het betoog van A niet voldoende aanknopingspunten biedt voor de conclusie dat er sprake is van een onterecht proces. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is gedaan op 4 juli 2012 door mr. E.R. Eggeraat, in tegenwoordigheid van mr. B.S. Jansen als griffier.