ECLI:NL:CBB:2012:BX3098
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen tariefbeschikkingen in de gezondheidszorg
In deze zaak heeft de Maatschap KNO van het Martini Ziekenhuis, appellante, beroep ingesteld tegen een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster, waarin het bezwaarschrift van appellante tegen de tariefbeschikkingen van 17 november 2010 niet-ontvankelijk werd verklaard. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 17 juli 2012 uitspraak gedaan in deze zaak. De appellante had haar bezwaarschrift ingediend na de wettelijke termijn van zes weken, wat de reden was voor de niet-ontvankelijkheid. Verweerster stelde dat de tariefbeschikkingen op de juiste wijze bekendgemaakt waren, namelijk door toezending aan de Orde van Medisch Specialisten, waardoor de bezwaartermijn op 18 november 2010 was ingegaan.
Appellante betwistte de wijze van bekendmaking en voerde aan dat zij actief had geprobeerd de tariefbeschikkingen te achterhalen. Het College overwoog dat de bekendmaking inderdaad op de voorgeschreven wijze had plaatsgevonden en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De argumenten van appellante dat verweerster niet had gereageerd op haar verzoek om informatie werden door het College verworpen, omdat de e-mail niet specifiek genoeg was om als een verzoek in het kader van de procedure te worden beschouwd.
Uiteindelijk concludeerde het College dat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift terecht was vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheden van appellanten in het bestuursrecht.