ECLI:NL:CBB:2012:BY9895
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake Handelsregisterwet 2007
In deze zaak hebben A B.V., B B.V., C B.V. en D B.V. verzet aangetekend tegen een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, waarin hun beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Het beroep was ingesteld tegen een besluit van de Kamer van Koophandel Gooi-, Eem- en Flevoland, dat op 7 juni 2011 was genomen. De indieners hadden op 19 juli 2011 een faxbericht ingediend, maar voldeden niet aan de vereisten voor herstel van geconstateerde verzuimen. De uitspraak van het College, waarin het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, werd op 24 januari 2012 aan de indieners verzonden.
Na de uitspraak hebben de indieners op 5 maart 2012 verzet aangetekend. Tijdens de zitting op 23 mei 2012 hebben zij hun standpunt toegelicht, waarbij hun gemachtigde, H.M. van Vliet AA, aanwezig was. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.E. Broug, was ook aanwezig. De indieners stelden dat het College ten onrechte een origineel ondertekend beroepschrift verlangde, aangezien andere gerechten dit niet altijd vereisen. Ook werd betoogd dat de vereiste recente uittreksels uit het Handelsregister niet noodzakelijk waren voor de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Het College oordeelde dat de indieners niet aan de wettelijke vereisten voldeden, zoals vastgelegd in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het College merkte op dat de indieners herhaaldelijk de gelegenheid hadden gekregen om de geconstateerde verzuimen te herstellen, maar hieraan geen gevolg hadden gegeven. De argumenten van de gemachtigde werden niet overtuigend geacht, en het College concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Het verzet werd ongegrond verklaard, en de beslissing werd openbaar uitgesproken.