ECLI:NL:CBB:2012:BY9998

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
9 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/879
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
  • E.R. Eggeraat
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van een uitspraak inzake tijdelijke vrijstelling van toetsing van een kantoor

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 november 2012 uitspraak gedaan over een herzieningsverzoek van A AA, die eerder een verzoek om tijdelijke vrijstelling van toetsing van zijn kantoor had ingediend. Het College had in een eerdere uitspraak op 19 februari 2009 het beroep van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard, omdat verzoeker geen bewijs had geleverd dat het beroepschrift was ondertekend door een bevoegde persoon en de gronden van het beroep niet had ingediend. Verzoeker heeft geen verzet aangetekend tegen deze uitspraak.

Op 24 juni 2009 heeft verzoeker het College verzocht om herziening van de eerdere uitspraak, waarbij hij stelde dat hij wel degelijk had gereageerd op een verzoek om informatie. Hij beweerde dat hij op 24 december 2008 een kopie van een griffiersbrief had gefaxt, maar kon geen bewijs leveren van de verzending. Het College heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat verzoeker de benodigde documenten tijdig had ingediend, en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Het College heeft de voorwaarden voor herziening, zoals vastgelegd in de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie en de Algemene wet bestuursrecht, niet voldaan gezien. De beslissing van het College was om het herzieningsverzoek af te wijzen, omdat verzoeker niet had aangetoond dat hij de benodigde documenten had overgelegd of dat hij tijdig had gereageerd op het verzoek om informatie. De uitspraak werd gedaan door mr. E.R. Eggeraat, met mr. M.A. Voskamp als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 november 2012.

Uitspraak

College van Beroep voor het bedrijfsleven
(derde enkelvoudige kamer)
AWB 09/879 9 november 2012
50001 Herziening
Uitspraak inzake het herzieningsverzoek van:
A AA, te B, verzoeker tot herziening van de uitspraak van het College van 19 februari 2009 (AWB 08/798) in het geschil tussen verzoeker en het Bestuur van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten.
1. Bij voormelde uitspraak heeft het College met toepassing van artikel 19 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie (hierna: Wbbo) in samenhang met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) het beroep van verzoeker tegen de afwijzing van diens verzoek om tijdelijke vrijstelling van toetsing van zijn kantoor niet-ontvankelijk verklaard. Naar het oordeel van het College heeft verzoeker geen bescheiden overgelegd waaruit blijkt dat het beroepschrift is ondertekend door degene die daartoe bevoegd dan wel gemachtigd is, en heeft verzoeker niet de gronden van het beroep ingediend.
Verzoeker heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tegen voormelde uitspraak verzet te doen bij het College.
2. Verzoeker heeft het College bij brief van 24 juni 2009, bij het College binnengekomen op 25 juni 2009, om herziening van de uitspraak verzocht.
Daarbij heeft verzoeker aangevoerd dat hij, anders dan het College heeft overwogen, wel degelijk heeft gereageerd op het verzoek om toezending van informatie. Verzoeker stelt dat hij op 24 december 2008 een kopie van de griffiersbrief van 27 november 2008 heeft gefaxt alsmede twee uittreksels van de Kamer van Koophandel.
3. Bij griffiersbrief van 2 juli 2009 is verzoeker verzocht een afschrift van de door hem op 24 december 2008 aan het College gefaxte bescheiden toe te zenden waarop tevens de datum van verzending per fax staat vermeld.
4. Bij brief van 18 augustus 2009 heeft appellant twee uittreksels van de Kamer van Koophandel overgelegd en een kopie van de griffiersbrief van 27 november 2008 met daarop de aantekeningen “fax 24/12-2008” en “Zie bijgaande uittreksels. C”, en een paraaf.
5. Verzoeker heeft op 21 augustus 2009 telefonisch aan het College medegedeeld dat hij geen uitdraai heeft van zijn fax met de mededeling “verzonden ok” en dat op de telefoonrekeningen geen faxnummers worden vermeld.
Vervolgens is de verdere behandeling van het verzoek als gevolg van een administratief misverstand lange tijd uitgebleven.
6. Ingevolge artikel 19 Wbbo in samenhang met artikel 8:88, eerste lid, Awb kan het College op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij het College eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.
7. Het College is van oordeel dat op basis van de door verzoeker bij brief van 18 augustus 2009 overgelegde gegevens niet kan worden vastgesteld dat, anders dan in voormelde uitspraak van 19 februari 2009 is overwogen, door verzoeker wel bescheiden zijn overgelegd waaruit blijkt dat het beroepschrift is ondertekend door degene die daartoe bevoegd was. Evenmin kan daaruit blijken dat verzoeker (tijdig) de gronden van het beroep heeft ingezonden.
Er is derhalve niet voldaan aan de voorwaarden voor herziening.
8. Met toepassing van artikel 19 Wbbo, in samenhang met artikel 8:88, tweede lid, en artikel 8:54 Awb, leidt dit tot de volgende uitspraak.
De beslissing
Het College wijst het herzieningsverzoek af.
Aldus gewezen door mr. E.R. Eggeraat, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Voskamp als griffier, en uitgesproken in het openbaar op 9 november 2012.
w.g. E.R. Eggeraat w.g. M.A. Voskamp