Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 10 september 2013 in de zaak tussen
Stichting Voor Regionale Zorgverlening, appellante
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
5 oktober 2009 heeft appellante bij verweerster een aanvraag ingediend voor versnelde afschrijving van resterende boekwaarden ter grootte van circa € 2,7 miljoen van verkochte, gesloopte of leegstaande gebouwen, en tevens een verzoek gedaan tot aanpassing van de afschrijvingstermijn voor huidige gebouwen van 50 naar 40 jaar. Op 15 oktober 2010 heeft appellante daaraan toegevoegd een verzoek om versnelde afschrijving vanwege een verwacht boekverlies van € 1,3 miljoen op een te verkopen terrein met gebouwen. Bij het primaire besluit heeft verweerster op deze verzoeken afwijzend beslist op grond van de Beleidsregel Afschrijving (CA-337) (de beleidsregel). Bij het bestreden besluit heeft verweerster die afwijzing gehandhaafd. Bij besluit van 15 februari 2013 heeft verweerster een nieuwe aanvraag van appellante voor de in geding zijnde gebouwen, op grond van de per 1 januari 2012 in werking getreden Beleidsregel CA-300-493 (compensatie vaste activa AWBZ en GGZ in verband met de invoering van de normatieve huisvestingscomponent), gedeeltelijk gehonoreerd.
Appellante heeft ter zitting betoogd dat uit de tekst van artikel 2, onderdeel e, van de beleidsregel kan worden afgeleid dat de daarin genoemde percentages slechts een uitgangspunt zijn en dat er geen verbod is om daarvan af te wijken. Verweerster heeft hiertegen aangevoerd dat, uitzonderingssituaties daargelaten, de in artikel 2, onderdeel e, genoemde percentages een vast gegeven zijn of in ieder geval een maximum; een lager percentage kan eventueel wel worden gehanteerd. Indien zowel naar beneden als naar boven kan worden afgeweken, heeft een opsomming van percentages volgens verweerster weinig nut. Het College is met verweerster van oordeel dat uit de tekst ("wordt uitgegaan van") en de systematiek van artikel 2 van de beleidsregel kan worden afgeleid dat de daarin genoemde percentages bedoeld zijn als vaste (en maximum-)percentages. Hiermee worden immers de (maximale) afschrijvingskosten bepaald die door een zorginstelling jaarlijks in de aanvaardbare kosten mogen worden opgenomen. Het hanteren van hogere afschrijvingspercentages zou leiden tot willekeurige en hogere afschrijvingskosten (en hogere aanvaardbare kosten), terwijl met de beleidsregel juist wordt beoogd de afschrijvingskosten van AWBZ-zorgaanbieders te reguleren en te beperken. Het betoog van appellante slaagt niet.
Beslissing
10 september 2013.