In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 november 2013 uitspraak gedaan in een geschil tussen Holding Biogas International B.V. en de Kamer van Koophandel Noord-Nederland. De zaak betreft de ontbinding van verschillende rechtspersonen, waaronder Green Power Bergentheim B.V. en Biogas Onderons B.V., op basis van artikel 2:19a van het Burgerlijk Wetboek. De Kamer van Koophandel had op 31 mei 2011 besloten tot ontbinding van de rechtspersonen, omdat zij niet voldaan hadden aan hun verplichtingen, zoals het betalen van de jaarlijkse bijdrage voor het handelsregister.
De appellanten, vertegenwoordigd door hun gemachtigde J. Prins, hebben tegen dit besluit beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 15 oktober 2013 is er geen vertegenwoordiger van de appellanten verschenen, terwijl de Kamer van Koophandel zich wel liet vertegenwoordigen. De appellanten voerden aan dat zij nooit een verzoek tot betaling of een betalingsherinnering hadden ontvangen en dat zij niet in de gelegenheid waren gesteld om aan hun verplichtingen te voldoen. Het College oordeelde echter dat de Kamer van Koophandel de appellanten voldoende in kennis had gesteld van de ontbinding en dat de appellanten niet hadden aangetoond dat de omstandigheden die tot de ontbinding leidden, niet meer van toepassing waren.
Het College concludeerde dat de Kamer van Koophandel terecht tot ontbinding was overgegaan, aangezien de appellanten niet aan hun verplichtingen hadden voldaan. De stellingen van de appellanten over het niet gebruik maken van de diensten van de Kamer van Koophandel en de afschaffing van de jaarlijkse bijdrage werden als niet relevant beschouwd. Het College verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 november 2013.