In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de registratie van bestuurswijzigingen in het handelsregister van de vereniging Het voormalig Handelsbladcomplex. De appellanten, [naam 1] en [naam 2], hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de Kamer van Koophandel Amsterdam, waarin hun uittreding als bestuursleden werd geregistreerd. De primaire besluiten, genomen op 9 juli 2012, betroffen de registratie van de uittreding van [naam 2] als secretaris en [naam 1] als voorzitter, en de registratie van nieuwe bestuursleden, waaronder [naam 3], [naam 4] en [naam 5].
Het bestreden besluit, genomen op 9 november 2012, verklaarde het bezwaar van de appellanten ongegrond. Tijdens de zitting op 2 december 2013 zijn de appellanten niet verschenen, terwijl de verweerster en derde-partij [naam 3] wel aanwezig waren. Het College heeft vastgesteld dat de besluiten van de algemene vergaderingen van 26 april en 28 mei 2012 vernietigbaar zijn, maar niet nietig. Volgens artikel 2:15, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek vervalt de bevoegdheid om vernietiging te vorderen na een jaar. Aangezien de appellanten sinds de primaire besluiten op de hoogte waren van de besluiten, is deze termijn verstreken.
Hierdoor zijn de besluiten in rechte vast komen te staan en is de registratie door de Kamer van Koophandel in overeenstemming met deze besluiten. Het College heeft geconcludeerd dat het beroep ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan op 16 december 2013 door mr. R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier mr. P.M. Beishuizen.