1.1 KPN en Tele2 (voorheen: Versatel Nederland B.V.) zijn aanbieders op de wholesale dienstenmarkt voor gespreksafgifte op afzonderlijke openbare telefoonnetwerken, verzorgd op een vaste locatie (hierna: de markt voor vaste gespreksafgifte). Zij beschikken over een eigen vast aansluitnetwerk. In het marktanalysebesluit vaste gespreksafgifte van 21 december 2005 zijn KPN en Tele2 aangewezen als partij met aanmerkelijke marktmacht (AMM). De aanwijzing van Tele2 is door het College bij uitspraak van 11 mei 2007 (LJN: BA4880) vernietigd. Vervolgens is Tele2 opnieuw aangewezen als partij met AMM in het Besluit vaste gespreksafgifte Tele2 en UPC van
29 april 2008. Daarbij heeft ACM aan Tele2 passende verplichtingen opgelegd.
KPN en Tele2 hebben in 1998 een interconnectieovereenkomst (hierna: de interconnectieovereenkomst) gesloten. Op grond van de interconnectieovereenkomst wikkelt Tele2 door KPN aangeboden verkeer af op haar vaste openbare telefoonnetwerk. Voor deze dienstverlening brengt Tele2 een fixed terminating access-tarief (hierna: FTA-tarief) in rekening bij KPN. Omgekeerd levert Tele2 verkeer van haar eindgebruikers af bij KPN, voor welke dienst Tele2 aan KPN eveneens een FTA-tarief is verschuldigd.
In 2001 en 2002 hebben KPN en Tele2 afspraken gemaakt over het medegebruik door KPN van de carriersystemen van Tele2, waardoor de Points of Presence (hierna: PoPs) van Tele2 zijn verbonden met de regionale centrales van KPN (de Regional Access Points, hierna: RAPs). Er zijn twintig RAPs in het netwerk van KPN.
KPN heeft bij brieven in de periode van maart 2005 tot en met januari 2006 bij Tele2 het medegebruik van steeds een aantal carriersystemen opgezegd. De laatste opzegging is gedaan tegen 1 mei 2006. KPN heeft vervolgens aangegeven eigen carriersystemen aan te leggen naar vier toegangspunten in het netwerk van Tele2. KPN meent recht te hebben op regionale FTA-tarieven als zij haar verkeer enkel aflevert op de vier zogenoemde Service PoPs van Tele2. Een Service PoP heeft dezelfde functie als een Access PoP met het verschil dat er in een Service PoP ook een switch staat KPN komt tot haar opvatting omdat Tele2 al haar klanten op één van die vier Service PoPs zou hebben aangesloten, aangezien op die Service PoPs de enige switches in het netwerk van Tele2 staan.
In reactie hierop heeft Tele2 te kennen gegeven het zogenoemde nationale FTA-tarief in rekening te zullen brengen, in die gevallen dat KPN haar verkeer niet aanbiedt op een PoP in de regio waar de abonnee van Tele2 zich bevindt. Tele2 beroept zich hierbij op artikel 1.4.4.10 van Annex 1 bij de interconnectieovereenkomst, waarin is vastgelegd dat beide partijen het verkeer moeten afleveren in de regio waar de eindgebruiker zich bevindt, om in aanmerking te komen voor regionale FTA-tarieven. Voor verkeer dat KPN via haar vier carriersystemen aanleverde bij Tele2 voor eindgebruikers die zich in de regio’s bevonden van de vier Service PoPs, heeft Tele2 regionale FTA-tarieven in rekening gebracht.
In het eerste kwartaal van 2007 heeft KPN nog een vijfde eigen carriersysteem aangelegd en in dienst genomen, zodat nog 15 PoPs resteren waar KPN geen eigen carriersysteem heeft aangelegd.
Nadat partijen over en weer hebben gecorrespondeerd over, voor zover thans van belang, de verschuldigdheid van het nationale tarief, heeft KPN op 22 februari 2007 ACM verzocht een geschil te beslechten, en – kort gezegd – te besluiten dat het in rekening brengen van het nationale FTA-tarief door Tele2 in strijd is met het marktanalysebesluit vaste gespreksafgifte.
ACM heeft naar aanleiding hiervan op 24 mei 2007 geschilbesluit G.05.07 genomen. In dit geschilbesluit stelt ACM zich op het standpunt dat zij niet bevoegd is een uitspraak te doen voor zover haar gevraagd wordt te beslissen dat Tele2 in strijd handelde met haar verplichtingen onder de Tw, omdat artikel 1.4.4.10 van Annex 1 bij de interconnectieovereenkomst niet in strijd is met de Tw, noch met het marktanalysebesluit en twee relevante beleidsregels. Nu dat artikel niet in strijd is met het marktanalysebesluit en de betreffende beleidsregels, is er volgens ACM geen sprake van een geschil als bedoeld in artikel 12.2 Tw, zodat zij niet bevoegd is het geschil op dit punt te beslechten.
KPN heeft beroep ingesteld tegen geschilbesluit G.05.07. Bij uitspraak van 12 januari 2009 (LJN: BH3302) heeft het College het oordeel van ACM bevestigd dat artikel 1.4.4.10 van Annex 1 bij de interconnectieovereenkomst niet in strijd is met het bij of krachtens de Tw bepaalde. Verder overwoog het College dat er weliswaar geen rol is voor ACM als geschilbeslechter wanneer partijen een overeenkomst hebben gesloten op basis van een ingevolge de Tw op hen rustende verplichting, maar dat het tweede lid van artikel 12.2 Tw op deze regel een uitzondering maakt voor de situatie waarin moet worden geoordeeld dat de uit die overeenkomst voortvloeiende verbintenissen of de wijze waarop deze worden nagekomen in strijd zijn met het bij of krachtens de Tw bepaalde. Het College concludeert derhalve dat ACM zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard om een geschilbesluit te nemen. Het beroep van KPN wordt daarom gegrond verklaard en geschilbesluit G.05.07 wordt vernietigd. Het College voorziet vervolgens zelf in de zaak en beslist dat artikel 1.4.4.10 van Annex 1 bij de interconnectieovereenkomst niet in strijd is met de Tw en dat deze beslissing in de plaats treedt van het besluit van ACM.