ECLI:NL:CBB:2013:85

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
29 juli 2013
Zaaknummer
AWB 12/811
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit burgemeester en wethouders van Leiderdorp inzake ontheffing Winkeltijdenwet

In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, hebben appellanten Kippie B.V. en Roobol Woninginrichting B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van de burgemeester en wethouders van Leiderdorp. Dit besluit, genomen op 18 januari 2012, verleende ontheffing van artikel 2 van de Winkeltijdenwet voor een vijftal zondagen in 2012. Op 27 juni 2012 verklaarden de verweerders het bezwaar van appellanten ongegrond. De zitting vond plaats op 10 juli 2013, maar appellanten en hun gemachtigde waren niet aanwezig, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was.

Het College overweegt dat de ontheffing op 25 november 2012 is verlopen en dat de nieuwe Winkeltijdenverordening Leiderdorp 2013, die op 13 mei 2013 is vastgesteld, winkels toestaat om op alle zon- en feestdagen geopend te zijn. Dit betekent dat een inhoudelijk oordeel over de rechtmatigheid van de verleende ontheffing niet meer relevant is. De Wet van 11 juni 2013, die de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen heeft verruimd, is op 1 juli 2013 in werking getreden, waardoor de noodzaak voor een ontheffing is komen te vervallen.

Appellanten hebben gesteld dat zij mogelijk schade hebben geleden door het bestreden besluit en vroegen om een inhoudelijk oordeel. Het College concludeert echter dat er onvoldoende bewijs is van geleden schade en dat er geen procesbelang meer is. Ook het verzoek om vergoeding van kosten in de bezwaarfase wordt afgewezen, omdat appellanten hier niet om hebben verzocht. Uiteindelijk verklaart het College het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Zaaknummer: 12/811
12500

Uitspraak van de meervoudige kamer van 24 juli 2013 in de zaak tussen

Kippie B.V., te Poeldijk en Roobol Woninginrichting B.V., te Barendrecht, appellanten

(gemachtigde: mr. L.C.J. Dekkers),
en

burgemeester en wethouders van Leiderdorp, verweerders

(gemachtigde: mr. drs. J.W. Edinga).

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2012 (het primaire besluit) hebben verweerders voor een vijftal zondagen in 2012 ontheffing verleend van artikel 2 van de Winkeltijdenwet.
Bij besluit van 27 juni 2012 (het bestreden besluit) hebben verweerders het bezwaar van appellanten ongegrond verklaard verklaard.
Appellanten hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 juli 2013. Appellanten en hun gemachtigde zijn, zoals was aangekondigd, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.
Verweerders hebben betoogd dat appellanten geen belang meer hebben bij een inhoudelijk oordeel over hun beroep omdat de verleende ontheffing op 25 november 2012 is uitgewerkt. Bovendien heeft de raad van de gemeente Leiderdorp op 13 mei 2013 de nieuwe Winkeltijdenverordening Leiderdorp 2013 vastgesteld, die in werking treedt op de dag dat de nieuwe Winkeltijdenwet in werking treedt. In deze verordening is bepaald dat winkels op alle zon- en feestdagen van het kalenderjaar geopend kunnen zijn tussen 06.00 uur en 22.00 uur.
2.
Het College stelt voorop dat de periode waarop de ontheffing betrekking had, is verstreken. De Wet van 11 juni 2013 tot wijziging van de Winkeltijdenwet in verband met het verruimen van de bevoegdheid van gemeenten om vrijstelling te verlenen van de verboden met betrekking tot de zondag en een aantal feestdagen (Stb. 2013, 217) is per 1 juli 2013 in werking getreden (Stb. 2013, 218). Vaststaat derhalve dat sinds 1 juli 2013 in Leiderdorp winkels op alle zon- en feestdagen van het kalenderjaar geopend kunnen zijn tussen 06.00 uur en 22.00 uur. Dit betekent dat een ontheffing van het verbod op zondagopenstelling tussen 06.00 uur en 22.00 uur in Leiderdorp niet meer nodig is, en dat een inhoudelijk oordeel van het College over de rechtmatigheid van de voor 2012 verleende ontheffing, die voor deze tijdsduur gold, met het oog op eventuele toekomstige aanvragen niet aan de orde is.
3.
Appellanten zouden belang kunnen hebben bij een inhoudelijk oordeel indien zij tot op zekere hoogte aannemelijk maken dat zij schade hebben geleden ten gevolge van de aangevochten besluitvorming. Bij brief van 1 juli 2013 hebben appellanten gesteld dat met het oog op een mogelijk verzoek tot vergoeding van schade die appellanten ten gevolge van het bestreden besluit hebben geleden, een oordeel ten aanzien van de rechtmatigheid van het besluit relevant is. Het College overweegt dat, nu een nadere duiding van de gestelde geleden schade ontbreekt, onvoldoende aannemelijk is geworden dat appellanten schade hebben geleden ten gevolge van de ontheffing. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat geen procesbelang resteert met het oog op een verzoek tot schadevergoeding
4.
Tot slot overweegt het College dat het belang van appellanten, anders dan zij stellen, evenmin kan liggen in een uitspraak over vergoeding van kosten die zijn gemaakt in de bezwaarfase. Vaststaat dat appellanten in de bezwaarfase niet om vergoeding van kosten hebben verzocht. Uit artikel 7:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht volgt dat deze kosten, waarvan overigens niet gebleken is dat zij gemaakt zijn, dan niet meer voor vergoeding in aanmerking komen.
5.
Gelet op het vorenstaande is het College van oordeel dat het beroep niet-ontvankelijk is wegens het ontbreken van procesbelang. Onder deze omstandigheden bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.

Beslissing

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Duuren, mr. R.F.B. van Zutphen en mr. C.J. Waterbolk, in aanwezigheid van mr. E. van Kerkhoven, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
24 juli 2013.
w.g. M. van Duuren w.g. E. van Kerkhoven