ECLI:NL:CBB:2013:BZ6064
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.A. van der Ham
- S.D.M. Michael
- Rechtspraak.nl
Verbeuring van dwangsommen en bewijsvoering bij bezwaar
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om de verbeuring van dwangsommen door appellanten, die bezwaar hebben gemaakt tegen een last onder dwangsom. De appellanten, A en B, en A en C, hebben in totaal drie beroepen ingesteld tegen besluiten van de staatssecretaris van Economische Zaken, die hen mededeelde dat zij een dwangsom van € 1.000 hadden verbeurd. De besluiten waren gebaseerd op het niet aanleveren van gevraagde informatie over meststoffen en graasdieren. De primaire besluiten werden op 23 april 2010 genomen, en de bestreden besluiten op 6 juli 2011, waarbij de bezwaarschriften van appellanten ongegrond werden verklaard.
De appellanten stelden dat zij bezwaar hadden gemaakt tegen de besluiten van 23 april 2010, maar het College oordeelde dat zij geen bewijs hadden geleverd van de verzending van hun bezwaarschrift. Het College benadrukte dat het aan de appellanten was om aan te tonen dat het bezwaarschrift daadwerkelijk was verzonden, vooral omdat de ontvangst door verweerder werd betwist. De appellanten voerden aan dat zij getuigen hadden die konden bevestigen dat het bezwaarschrift was verzonden, maar het College vond deze verklaring onvoldoende om aan te nemen dat het bezwaarschrift daadwerkelijk was verzonden.
Het College concludeerde dat de appellanten niet hadden voldaan aan de opgelegde lasten en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de staatssecretaris hadden moeten doen afzien van invordering van de dwangsommen. De beroepen werden ongegrond verklaard, en het College oordeelde dat verweerder niet onzorgvuldig had gehandeld door de dwangsommen te innen. De uitspraak werd gedaan op 7 maart 2013, en de proceskosten werden niet toegewezen.