ECLI:NL:CBB:2013:BZ7158
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.J. van Lierop
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- P.M. van der Zanden
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen tuchtmaatregelen opgelegd aan accountant wegens niet voldoen aan permanente educatie verplichtingen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van A, een accountant, tegen een uitspraak van de accountantskamer die op 17 juni 2011 een klacht gegrond verklaarde en hem een berisping en een geldboete van € 6.000 oplegde. De klacht was ingediend door de voorzitter van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants (NIVRA) en betrof het niet behalen van de vereiste permanente educatie (PE) punten in de periode 2007-2009. A heeft hoger beroep ingesteld op 14 juli 2011, waarbij hij aanvoert dat hij door persoonlijke omstandigheden niet aan de PE-verplichtingen heeft kunnen voldoen. Tijdens de zitting op 28 augustus 2012 is A verschenen, terwijl de klager vertegenwoordigd werd door mr. Th.V.E. Bouma, advocaat te Amsterdam.
De accountantskamer had in haar uitspraak de klacht gegrond verklaard, maar het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt in hoger beroep dat A, gezien zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden, niet verweten kan worden dat hij niet heeft voldaan aan de PE-verplichtingen. Het College stelt vast dat A niet heeft gereageerd op herhaalde aanmaningen van het NIVRA, maar dat hij wel tijdig zijn persoonlijke omstandigheden had gecommuniceerd. Het College concludeert dat de klacht ongegrond is en vernietigt de eerdere uitspraak van de accountantskamer.
De beslissing van het College is gebaseerd op de artikelen 43 en 40 van de Wet tuchtrechtspraak accountants en de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004. Het College verklaart het hoger beroep gegrond en vernietigt de bestreden tuchtuitspraak, waarbij de klacht ongegrond wordt verklaard.