Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
Uitspraak van de meervoudige kamer van 20 maart 2014 in de zaak tussen
TenneT TSO B.V. (TenneT), te Arnhem, appellante
de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster
Yara Sluiskil B.V.(Yara), te Sluiskil
Procesverloop
Overwegingen
Yara heeft bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar verzoek. ACM heeft dit bezwaar deels gegrond verklaard en TenneT alsnog een bindende aanwijzing gegeven. Volgens ACM heeft TenneT artikel 31, twaalfde lid van de Wet, in samenhang met artikel 4.1.4.6 en artikel 5.5.2.1 van de Netcode Elektriciteit geschonden. De bindende aanwijzing houdt in dat ACM TenneT verplicht om haar procedures en werkzaamheden zo in te richten dat zij bij uitvoering van werkzaamheden een enkelvoudige storingsreserve handhaaft. In dit geval betekent dat volgens ACM dat TenneT niet aan beide velden tegelijkertijd werkzaamheden mag uitvoeren. Pas als de (test)resultaten van de werkzaamheden aan het eerste veld waaraan wordt gewerkt bekend zijn, mag worden begonnen met de werkzaamheden aan het tweede veld.
Ten aanzien van artikel 4.1.4.6 Netcode overweegt het College dat deze bepaling, blijkens de eerste zinsnede, ziet op het netontwerp. Ter zitting is vastgesteld dat niet in geschil is dat het netontwerp voldoet aan de eis van de enkelvoudige storingsreserve. Aan de orde is daarom enkel de vraag of sprake is geweest van handelen van TenneT in de bedrijfsvoering waarbij de enkelvoudige storingsreserve niet is gehandhaafd.
Het College concludeert dat ACM op goede gronden heeft geoordeeld dat TenneT in dit geval de enkelvoudige storingsreserve niet heeft gehandhaafd.