ECLI:NL:CBB:2014:229
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- W.A.J. van Lierop
- W.E. Doolaard
- M.M. Smorenburg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van klachten over het handelen van registerloodsen in hun hoedanigheid als examinatoren
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de voorzitter van het tuchtcollege loodsen. De appellant had op 3 oktober 2013 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beslissing van het tuchtcollege, waarin zijn klacht over het handelen van de examencommissie voor regionale loodsenexamens werd afgewezen. De appellant stelde dat de examencommissie hem niet onafhankelijk had beoordeeld en dat er geen verordeningen of voorschriften waren nageleefd, zoals vereist door de Loodsenwet. De voorzitter van het tuchtcollege verklaarde zich onbevoegd om de klacht te behandelen, omdat deze niet onder de reikwijdte van de Loodsenwet viel.
Het College overwoog dat de klacht van de appellant uitsluitend betrekking had op het handelen van registerloodsen als examinatoren en dat er geen overtredingen van relevante regelgeving konden worden vastgesteld. De appellant had niet kunnen aantonen dat zijn klacht betrekking had op gedragingen van individuele registerloodsen, zoals vereist door de Loodsenwet. Het College concludeerde dat de voorzitter van het tuchtcollege terecht had geoordeeld dat het tuchtcollege onbevoegd was om de klacht te behandelen.
De uitspraak van het College was dat het hoger beroep ongegrond werd verklaard, waarmee de beslissing van het tuchtcollege werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door de rechters W.A.J. van Lierop, W.E. Doolaard en M.M. Smorenburg, met mr. S.D.M. Michael als griffier.