ECLI:NL:CBB:2014:390
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van last onder dwangsom en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant, een hobbyfokker van Amerikaanse bulldogs, en de staatssecretaris van Economische Zaken. De appellant had in beroep de herroeping van een last onder dwangsom aangevochten die was opgelegd naar aanleiding van overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De last was opgelegd na een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waarbij was geconstateerd dat de oren van enkele honden van de appellant waren gecoupeerd, wat in strijd is met de wet.
De appellant had bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit, dat de last onder dwangsom oplegde, en dit bezwaar werd gegrond verklaard. Het primaire besluit werd herroepen en er werd een proceskostenvergoeding toegekend. De appellant stelde echter dat hij recht had op een integrale kostenvergoeding, omdat de NVWA onrechtmatig zijn woning was binnengetreden zonder toestemming. De verweerder stelde dat de proceskostenvergoeding volgens de forfaitaire bedragen van het Besluit proceskosten bestuursrecht moest worden vastgesteld.
Het College oordeelde dat de appellant niet in aanmerking kwam voor een hogere proceskostenvergoeding, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die dit rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat het binnentreden in de woning van de appellant zonder toestemming niet automatisch leidde tot onrechtmatigheid van het besluit. De appellant had al een vergoeding gekregen op andere gronden, en het College zag geen aanleiding om de proceskostenvergoeding te verhogen. Uiteindelijk werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en er werd geen veroordeling voor de proceskosten in beroep uitgesproken.