In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 8 december 2014, met zaaknummers AWB 12/1056 en 12/1057, staat de beoordeling van aanvragen tot wijziging van de afschrijvingssystematiek centraal. Appellante, Stichting De Wever, had twee aanvragen ingediend bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor het aanpassen van de boekwaarde van zorglocaties door middel van wijziging van de afschrijvingssystematiek. Beide aanvragen werden door de NZa afgewezen op basis van het feit dat deze na de datum van 1 juni 2011 waren ontvangen, wat volgens de NZa leidde tot een niet-ontvankelijkheid van de verzoeken. Appellante ging in beroep tegen deze besluiten.
Tijdens de zitting op 13 maart 2014 werd de zaak behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Het College oordeelde dat de NZa ten onrechte de aanvragen had afgewezen op basis van de indieningsdatum, aangezien dit een willekeurig en ongerechtvaardigd onderscheid creëerde tussen zorgaanbieders die voor en na deze datum een verzoek hadden ingediend. Het College verwees naar een eerdere uitspraak van dezelfde datum waarin een vergelijkbare kwestie was behandeld, en concludeerde dat de bestreden besluiten niet voldeden aan de vereisten van een draagkrachtige motivering zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht.
Het College vernietigde de besluiten van de NZa en droeg deze op om opnieuw te beslissen op de bezwaren van appellante, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd de NZa veroordeeld in de proceskosten van appellante, vastgesteld op € 1.461,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de NZa om aanvragen tot wijziging van de afschrijvingssystematiek inhoudelijk te beoordelen, in plaats van deze af te wijzen op basis van een beleidsregel die niet meer in lijn is met de actuele situatie in de zorgsector.