ECLI:NL:CBB:2014:454
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- W.E. Doolaard
- E.R. Eggeraat
- M. van Duuren
- Rechtspraak.nl
Boetes wegens overtreding rookverbod in de horeca; serveren van etenswaren; uitzondering op rookverbod niet van toepassing
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 1 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over een boete die was opgelegd aan appellante, een horecaonderneming, wegens overtreding van het rookverbod. De zaak betreft de vraag of appellante kan worden aangemerkt als een horeca-inrichting in de zin van de Tabakswet, en of de uitzondering op het rookverbod van toepassing is. De inspectie vond plaats op 18 februari 2012, waarna een boete van € 600,- werd opgelegd omdat appellante niet vrijwel uitsluitend alcoholhoudende drank zou verstrekken, maar ook etenswaren zoals biefstuk en pannenkoeken. Appellante stelde dat zij aan de voorwaarden voor de uitzondering voldeed, omdat zij een zelfstandige zonder personeel was en haar horecabedrijf een oppervlakte van minder dan 70m² had. De rechtbank Rotterdam had het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarna zij in hoger beroep ging.
Het College overwoog dat de wetgever met de uitzondering op het rookverbod vooral kleine buurtcafés voor ogen had, waar eenvoudige borrelhapjes worden geserveerd. Het College concludeerde dat de door appellante aangeboden etenswaren niet als eenvoudige borrelhapjes kunnen worden gekwalificeerd en dat appellante zich als een horeca-inrichting profileerde. De jaarrekening van appellante, waaruit bleek dat 80% van de omzet uit alcoholhoudende dranken kwam, was niet voldoende om aan te tonen dat zij vrijwel uitsluitend alcohol verstrekte. Het College oordeelde dat de uitzondering op het rookverbod niet van toepassing was en bevestigde de boete van € 600,-.
Het hoger beroep werd ongegrond verklaard, en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 1 december 2014.