Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 18 december 2014 in de zaak tussen
Savon B.V., te Oldenzaal, appellante
de minister van Economische zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
a. de aard en inhoud van het verrichte speur- en ontwikkelingswerk;
(…)"
2009-01-02 “Ontwikkeling nieuwe dispenser voor sanitaire disposables”, 2009-01-03 “Ontwikkeling van een reinigingsinstallatie voor groot keukens”2009-02-01 “Ontwikkeling Whizzo” en 2010-1-1 “Ontwikkeling nieuwe oplaadbare batterij”.
Het project SAV050201 ziet – blijkens de aanvraag – op het ontwikkelen van een nieuwe vaatwaslijn voor grootkeukens. Appellante heeft de uren evenwel volledig besteed aan de ontwikkeling van een reinigingsmiddel. Nu de uitgevoerde werkzaamheden geen onderdeel uitmaakten van de aanvraag, kunnen deze uren volgens verweerder niet worden aangemerkt als S&O-uren waarvoor de verklaring is afgegeven. Om die reden is de S&O-verklaring voor dit project gecorrigeerd tot nihil. Dat werkzaamheden ter ontwikkeling van een reinigingsmiddel mogelijkerwijs op zichzelf als S&O werkzaamheden aangemerkt zouden kunnen worden, is volgens verweerde niet relevant, reeds omdat deze werkzaamheden niet als zodanig in het kader van de aanvraag S&O van het project SAV050201 zijn vermeld.
Daarnaast is bij het bedrijfsbezoek door de heer [naam 2] aangegeven dat de administratie van appellante in orde was, aldus appellante.
Tevens acht appellante het onbegrijpelijk dat haar S&O verklaring tot nihil wordt gecorrigeerd terwijl V-Max BV, waar appellante een dochtermaatschappij van is, voor hetzelfde project een correctie heeft gekregen van 75% van haar S&O verklaring, en derhalve 25% van de gewerkte uren wel zijn geaccepteerd als S&O in het kader van hetzelfde project. Nu beide bedrijven zeer met elkaar verbonden zijn, eenzelfde administratie voeren en nauw hebben samengewerkt in het kader van dit project valt – in de visie van appellante – niet in te zien waarom bij haar ook niet 25% van de uren als S&O werkzaamheden worden geaccepteerd. Er zijn S&O-werkzaamheden verricht, er is een innovatief product opgeleverd, maar daar gaat verweerder aan voorbij. Dat het innovatief is blijkt ook wel uit de octrooiaanvraag die zal worden toegekend. De S&O-verklaring is dan ook ten onrechte tot nihil gecorrigeerd. Voorts heeft appellante betoogd dat verweerder haar heeft tegengewerkt.
“Omschrijving:
Wijziging in projectplanning:
ontwikkelen van een nieuwe dosseerunit
ontwikkeling van een nieuwe pompbehuizing en pompmotor.