ECLI:NL:CBB:2014:58
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- E.R. Eggeraat
- M.J. van Veen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tot schorsing van last onder bestuursdwang voor terugroepactie van vleespartijen
In deze zaak heeft Van Hattem Vlees B.V. een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen tegen een last onder bestuursdwang die door de staatssecretaris van Economische Zaken was opgelegd. Deze last hield in dat het bedrijf alle vleespartijen die tussen 1 januari 2012 en 23 januari 2014 waren geproduceerd, uit de handel moest nemen. De staatssecretaris had deze maatregel genomen naar aanleiding van een melding dat er paardenvlees was aangetroffen in een partij rundvlees die aan een Frans bedrijf was verkocht. Dit leidde tot een onderzoek door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), waaruit bleek dat de traceerbaarheid van het vlees niet op orde was.
De voorzieningenrechter heeft op 17 februari 2014 uitspraak gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening. De staatssecretaris had eerder een last onder bestuursdwang opgelegd op basis van de bevindingen van de NVWA, die aangaven dat het bedrijf niet in staat was om de herkomst en bestemming van het vlees aan te tonen. Tijdens de zittingen op 11 en 14 februari 2014 is het verzoek verder behandeld, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de staatssecretaris in redelijkheid de last onder bestuursdwang had kunnen opleggen, gezien de onvolledige traceerbaarheid van de vleespartijen. Het verzoek van Van Hattem Vlees B.V. om de last te schorsen werd afgewezen, en de voorzieningenrechter concludeerde dat de staatssecretaris de maatregelen had kunnen nemen om de voedselveiligheid te waarborgen. Er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.