In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om een geschil tussen B.V. Deli HTL Tabaksmaatschappij en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) over de uitleg van artikel 27, tweede lid, aanhef en onder d, van de Elektriciteitswet 1998. De appellante, Deli HTL, heeft een klacht ingediend bij ACM, omdat zij van mening is dat Endinet, de netbeheerder, niet heeft voldaan aan haar verplichtingen bij de berekening van het aansluittarief voor de verzwaring van haar aansluiting. De klacht werd door ACM ongegrond verklaard, waarna Deli HTL bezwaar maakte en ACM verzocht om rechtstreeks beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 4 december 2013 zijn de partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. Deli HTL stelt dat het 'dichtstbijzijnde punt' niet moet worden geïnterpreteerd als een technisch geschikt aansluitpunt, maar dat het enkel moet worden gekoppeld aan het bij de aansluiting behorende spanningsniveau. ACM en Endinet zijn van mening dat de uitleg van Deli HTL niet correct is en dat de eerdere uitspraken van het College hierover bindend zijn.
Het College heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het concludeert dat de uitleg van ACM en Endinet in lijn is met de eerdere uitspraken van het College en dat Deli HTL niet kan worden gevolgd in haar standpunt. Het College oordeelt dat ACM terecht heeft vastgesteld dat Endinet de wet niet heeft geschonden bij de berekening van het aansluittarief. De uitspraak van het College is openbaar uitgesproken op 15 januari 2014, waarbij het beroep van Deli HTL ongegrond is verklaard.