ECLI:NL:CBB:2015:119
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bedrijfstoeslag 2013 door overmacht en tijdigheid
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 maart 2015 uitspraak gedaan in het geschil tussen de vennootschap onder firma [naam 1], [naam 2] en [naam 3] en de staatssecretaris van Economische Zaken. De vennootschap had een aanvraag ingediend voor bedrijfstoeslag voor het jaar 2013, welke door de staatssecretaris was afgewezen omdat deze te laat was ontvangen. De vennootschap voerde aan dat de afwijzing onterecht was, omdat één van de vennoten ernstig ziek was en dit hen verhinderde om de aanvraag tijdig in te dienen. Het College oordeelde echter dat de overige vennoten de aanvraag hadden kunnen indienen of laten indienen door een professional. De regelgeving bood geen ruimte voor de door appellante gewenste belangenafweging, en het beroep op overmacht werd afgewezen. Het College benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de aanvrager is om tijdig de aanvraag in te dienen en dat het risico van een te late indiening bij de aanvrager ligt. De uitspraak concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.