Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 28 april 2015 in de zaak tussen
de Stichting Zorg Adullam, te Barneveld, appellante,
de Nederlandse Zorgautoriteit, verweerster
Procesverloop
Overwegingen
Appellante heeft voorts benadrukt dat de zorg en begeleiding aan cliënten met een zeer intensieve hulpvraag op adequate wijze is uitgevoerd en dat daarmee in 2012 een toeslagbedrag van in totaal € 645.505,-- was gemoeid. Appellante is van mening dat de door verweerster toepaste correctie in de gegeven omstandigheden niet redelijk is.
Het College is van oordeel dat de door appellante gestelde onduidelijkheid in de regelgeving niet kwalificeert als een bijzondere omstandigheid in de zin van artikel 4:84 Awb. Zoals verweerster in dit verband heeft aangevoerd, mag van een professioneel opererende zorgaanbieder als appellante worden verwacht dat zij zich tijdig en goed informeert over de toepasselijke regelgeving. Het College leidt uit de brief van appellante aan verweerster van 29 augustus 2013 en uit de verklaring van appellante op de hoorzitting van 17 december 2013 overigens af dat appellante zelf twijfelde of zij het herschikkingsformulier 2012 ten aanzien van de post toeslag extreme zorgzwaarte goed had ingevuld. Zij heeft in een begeleidende
e-mail aan het zorgkantoor daarover een opmerking gemaakt. Appellante heeft echter geen navraag gedaan bij verweerster en ook niet bij het zorgkantoor, toen een reactie op haar opmerking uitbleef. Het College is van oordeel dat deze handelwijze voor risico van appellante komt en niet als een bijzondere omstandigheid kan worden aangemerkt.