Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 8 januari 2015 op het hoger beroep van:
Sky Radio Nederland B.V., te Naarden, appellante (gemachtigde: mr. Q.R. Kroes),
appellante ende minister van Economische Zaken, verweerder
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Adventure Radio B.V., te Amsterdam (AVR)
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Ingevolge artikel 3.3.a, tweede lid, Telecommunicatiewet (oud) is de hoogte van het te betalen eenmalig bedrag gelijk aan een bij de in het eerste lid bedoelde ministeriële regeling vast te stellen bedrag gerelateerd aan de in het jaar van vergunningverlening bepaalde contante waarde van de gedurende de looptijd van de vergunning uit de exploitatie van de vergunning te verwachten voordelen, dan wel de gedurende de looptijd van de vergunning uit de exploitatie van de vergunning te verwachten omzet.
In de artikel 2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Regeling eenmalig bedrag is de hoogte van het eenmalig bedrag voor kavel A2 vastgesteld op € 20.385.000,-.
Gelet op de veronderstelde negatieve effecten van clausulering had de regelgever het eenmalig bedrag niet mogen baseren op een berekening die geen effect van clausulering op de verdienmogelijkheden laat zien, terwijl in het model dat aan de berekening ten grondslag ligt de te verwachten opbrengsten van de kavel niet kunnen worden onderscheiden van de te verwachten opbrengsten van het station. Op grond van deze berekening kan immers, in strijd met artikel 3.3a Telecommunicatiewet, niet worden vastgesteld wat de te verwachten voordelen zijn voor een hypothetische toetreder op de kavel.
Beslissing
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 466,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.191,50.