ECLI:NL:CBB:2015:209
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.R. Winter
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens ontbreken bezwaar tegen primair besluit in gewasbeschermingsmiddelenzaak
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 29 mei 2015 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door een appellante tegen een besluit van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De appellante had beroep ingesteld tegen een bestreden besluit dat het bezwaar van een derde, [naam 2], tegen een eerder primair besluit ongegrond had verklaard. Het primaire besluit betrof de toelating van het middel Altura 619, dat koper(l)oxide bevat, voor gebruik als aangroeiwerende verf op zeegaande schepen. De appellante stelde dat zij als enige in Nederland het exclusieve recht had om dit middel te verkopen en distribueren, en dat de gebruiksvoorschriften haar in de weg stonden om dit recht uit te oefenen.
Echter, het College oordeelde dat de appellante niet-ontvankelijk was in haar beroep omdat zij geen bezwaar had gemaakt tegen het primaire besluit. Dit is in strijd met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht, dat bepaalt dat een belanghebbende geen beroep kan instellen als hem redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen bezwaar heeft gemaakt. De appellante had weliswaar een verzoek ingediend om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, maar dit kon niet afdoen aan het feit dat zij niet tijdig bezwaar had gemaakt.
Het College concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en verklaarde het beroep van de appellante niet-ontvankelijk. Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van bezwaar in bestuursrechtelijke procedures, en de gevolgen die dit kan hebben voor de ontvankelijkheid van een beroep.