ECLI:NL:CBB:2015:269
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- M.B.L. van der Weele
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van een besloten vennootschap en niet-ontvankelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 22 juli 2015 uitspraak gedaan in het geschil tussen MAG-EH B.V. en de Kamer van Koophandel. Het primaire besluit van de Kamer van Koophandel, genomen op 17 december 2013, hield in dat de besloten vennootschap MAG-EH B.V. werd ontbonden op grond van artikel 2:19a, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit besluit werd gevolgd door een bestreden besluit op 5 maart 2014, waarin het bezwaar van MAG-EH B.V. niet-ontvankelijk werd verklaard omdat er geen gronden van bezwaar waren ingediend. Het College heeft vastgesteld dat MAG-EH B.V. niet tijdig gronden van bezwaar heeft ingediend, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid was gesteld. De termijn voor het indienen van deze gronden was verlengd, maar MAG-EH B.V. heeft geen verzoek om uitstel gedaan en geen relevante stukken ingediend die de motivering van het bezwaar konden vormen. Het College oordeelde dat de Kamer van Koophandel op goede gronden het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard. Het beroep van MAG-EH B.V. werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de noodzaak om gronden van bezwaar te formuleren, zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb).