ECLI:NL:CBB:2015:305
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Hoger beroep
- H.O. Kerkmeester
- E.R. Eggeraat
- H.S.J. Albers
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid en publiekrechtelijke rechtshandeling in het kader van gedoogplicht bij aanleg van kabels
In deze zaak heeft NEM Utrecht B.V. hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van NEM Utrecht ongegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de factuur die NEM Utrecht ontving van de gemeente Utrecht voor herstelwerkzaamheden na graafwerkzaamheden, een publiekrechtelijke rechtshandeling was en dus als besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt. NEM Utrecht betwistte dit oordeel en stelde dat de kantonrechter bevoegd was om het geschil over de hoogte van de schadevergoeding te behandelen, in plaats van de bestuursrechter. De rechtbank had echter in haar rechtsmiddelenverwijzing aangegeven dat hoger beroep openstond bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, wat volgens het College onjuist was. Het College oordeelde dat de factuur geen besluit was in de zin van de Awb, omdat het niet ging om een publiekrechtelijke rechtshandeling, maar om een privaatrechtelijke rechtsverhouding tussen NEM Utrecht en de gemeente. Het College bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden, en verklaarde het hoger beroep ongegrond.