ECLI:NL:CBB:2015:418
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.A.B. van Dorst-Tatomir
- S.C. Stuldreher
- B. Hessel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen invordering van verbeurde dwangsommen wegens taxivervoer zonder vergunning
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 december 2015 uitspraak gedaan in een beroep van een appellant tegen de invordering van verbeurde dwangsommen. De appellant, die zonder vergunning taxivervoer verrichtte, had eerder een last onder dwangsom opgelegd gekregen. De zaak begon met een besluit van de minister van Infrastructuur en Milieu op 30 april 2014, waarin werd besloten tot invordering van de dwangsommen wegens overtreding van de Wet personenvervoer 2000. De appellant had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar dit werd ongegrond verklaard. Hierop volgde het beroep bij het College.
Tijdens de zitting op 30 september 2015 werd vastgesteld dat de appellant op 3 maart 2014 taxivervoer had aangeboden aan verbalisanten die zich voordeden als klanten. De appellant betwistte de overtreding, maar het College oordeelde dat hij de overtreding had begaan, omdat hij zonder vergunning taxivervoer had aangeboden. De appellant voerde aan dat hij was uitgelokt, maar het College oordeelde dat hij had moeten verifiëren of de personen die hij vervoerde daadwerkelijk vrienden waren, wat hij niet had gedaan.
Het College concludeerde dat de invordering van de dwangsommen terecht was en dat de persoonlijke omstandigheden van de appellant, zoals zijn bijstandsuitkering, niet voldoende waren om van invordering af te zien. Het beroep werd ongegrond verklaard en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 december 2015.