Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 maart 2015 in de zaken tussen
[naam], te [plaats], appellant
de staatssecretaris van economische zaken, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Verweerder heeft vervolgens een last onder bestuursdwang opgelegd, waarbij negen maatregelen zijn opgelegd om een einde te maken aan de geconstateerde overtredingen.
Verweerder heeft in het verweerschrift uiteengezet dat Nederland is ingedeeld in vier regio’s en dat Texel in de regio B valt, dat de provincies Noord- en Zuid-Holland, Zeeland, West-Brabant en West-Utrecht bevat. In die regio heeft verweerder naar aanleiding van een aanbestedingsprocedure met twee opvanglocaties een overeenkomst afgesloten.
€ 980,- voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand (1 punt voor het indienen van twee beroepschriften in drie samenhangende zaken, 1 punt voor het bijwonen van de zitting, met een waarde per punt van € 490,- en een wegingsfactor 1). De kosten van rechtsbijstand in bezwaar komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat daarom niet tijdig is verzocht, als op grond van artikel 7:15, derde lid, van de Awb, is vereist. Het door appellant in beroep betaalde griffierecht komt wel voor vergoeding in aanmerking.
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten van 29 november 2013, 13 december 2013 en
- draagt verweerder op binnen 6 weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 480,- aan appellant te vergoeden;
mr. N.W.A. Verrijt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2015.