Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 september 2016 in de zaak tussen
burgemeester en wethouders van De Ronde Venen, verweerders
Procesverloop
Overwegingen
In het advies is voor zover relevant overwogen dat er geen concreet zicht op legalisatie is. Dat er een verzoek is ingediend tot herziening van de verordening, maakt dat niet anders. De zondagopenstelling is in strijd met de wet. Bovendien hebben verweerders te kennen gegeven vast te willen houden aan het coalitieakkoord waarin is afgesproken dat geen raadsvoorstellen voor verruiming van de zondagopenstelling van winkels worden gesteund. Dat verweerders opdracht hebben gegeven een onderzoek te doen naar het draagvlak en de maatschappelijke en economische effecten van een verruiming van de zondagopenstelling, leidt niet tot een ander oordeel. Ten tijde van het opleggen van de last en het verbeuren van de dwangsommen was er geen zicht op wijziging van de verordening. Ook ten tijde van het advies is de uitkomst van de politieke discussie en onderzoek nog ongewis.
Voorts is de commissie van oordeel dat niet de verkeerde overtreder is aangeschreven. De last is onmiskenbaar opgelegd aan de onderneming die wordt gedreven onder de naam [naam 2] . Weliswaar was de tenaamstelling niet geheel correct, maar dit gebrek kan bij het besluit op het bezwaarschrift worden hersteld. De gegevens uit het handelsregister wijzen uit dat de [naam 2] -vestiging in [plaats] wordt gedreven onder de handelsnamen [naam 2] en [naam 1] . Deze vestiging staat onder rechtstreeks beheer van [naam 1] B.V. Het moet voor [naam 1] B.V. duidelijk zijn dat zij als overtreder werd aangemerkt en dat bedoeld was de last aan haar op te leggen. Bovendien is de last persoonlijk overhandigd aan de bedrijfsleider van de bouwmarkt en een kopie is gestuurd naar de hoofdvestiging en heeft het zienswijzegesprek van 1 oktober plaatsgevonden met een vertegenwoordiger van [naam 1] B.V. en de bedrijfsleider. Herstellen van een fout mag wanneer het herstel geen materiële betekenis heeft. Aan de invorderingsbeschikking is dan evenmin rechtskracht ontvallen. De fout in de tenaamstelling hiervan kan eveneens bij het besluit op bezwaar worden hersteld.