Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 februari 2016 in de zaak tussen
[naam 1] en anderen, te Naaldwijk, appellanten
Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster
Verantwoord Wonen B.V. h.o.d.n. Vestia Energie(Vestia), te Rotterdam
Procesverloop
Overwegingen
(…)
Door de leden van de fracties van de PvdA, SP en GroenLinks zijn vragen gesteld over de definitie van warmte. Genoemde fracties zijn van oordeel dat de huidige omschrijving van warmte te beperkt zou zijn. Verbruikers aangesloten op een zogeheten Lage Temperatuur Verwarming zouden ten onrechte van het toepassingsbereik van deze wet worden uitgesloten. De opmerkingen van genoemde leden zijn voor de indieners aanleiding geweest de definitie van warmte nog eens kritisch te bezien. De initiatiefnemers sluiten zich aan bij de opvatting van deze leden dat de in het wetsvoorstel opgenomen definitie van warmte te beperkt is geformuleerd. Genoemde definitie van warmte wordt bij nota van wijziging zodanig aangepast dat alle vormen van warmte, dus ook warmte geleverd aan verbruikers aangesloten op zogeheten Lage Temperatuur Verwarming, onder de omschrijving van het begrip warmte komen te vallen.”
Voor het standpunt van ACM dat niettemin toch een vereiste ten aanzien van de (minimum)temperatuur van de geleverde warmte zou gelden, omdat in de Memorie van Toelichting staat dat die warmte geschikt moet zijn voor huishoudelijke doeleinden, bieden de wet en de daarbij behorende parlementaire toelichting onvoldoende aanknopingspunten. Allereerst behoort de Memorie van Toelichting bij de voorgestelde wettekst zoals deze luidde nog voordat daarin een definitie van het begrip warmte was opgenomen. Daarnaast berust het standpunt van ACM voornamelijk op de toelichting bij een bepaling waarin, met het oog op de bescherming van de verbruikers, verplichtingen van de warmteleverancier zijn vastgelegd. In die context ligt het voor de hand om de geschiktheid voor huishoudelijke doeleinden vanuit het perspectief van de verbruikers te zien: de temperatuur van de geleverde warmte moet hoog genoeg zijn om in hun warmtebehoefte te voorzien. Deze grond slaagt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt ACM op een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt ACM op het betaalde griffierecht van € 167,- aan appellanten te vergoeden.