ECLI:NL:CBB:2016:399
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.B. van Gijn
- X.M. Born
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie door de Staatssecretaris van Economische Zaken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 12 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellante en de Staatssecretaris van Economische Zaken. De appellante had bezwaar gemaakt tegen de vaststelling van haar melkveefosfaatreferentie (MVFR) op 0 kg door de Staatssecretaris. Het primaire besluit, genomen op 19 maart 2015, werd door de appellante betwist, waarna de Staatssecretaris in een bestreden besluit van 14 april 2015 het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. De appellante was van mening dat de juiste aantallen voor haar melk- en jongvee moesten worden gehanteerd, omdat zij vreesde dat de onjuiste gegevens in de toekomst nadelige gevolgen voor haar zouden hebben.
Tijdens de zitting op 10 november 2016 heeft de Staatssecretaris de MVFR berekend op basis van de door de appellante opgegeven dieraantallen. Ondanks dat de appellante gelijk had dat de gegevens in het primaire besluit onjuist waren, bleef de uitkomst van de MVFR 0 kg fosfaat. Het College concludeerde dat de appellante er niet op vooruit zou gaan als de gegevens zouden worden aangepast, en dat de onjuiste gegevens in de toekomst niet relevant waren. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard.
De uitspraak benadrukt het belang van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en bevestigt dat zelfs bij onjuiste gegevens de uitkomst van een besluit niet altijd verandert. De kosten voor de procedure werden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling was.