ECLI:NL:CBB:2017:191
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.R. Eggeraat
- Rechtspraak.nl
Herziening bedrijfstoeslag en subsidiabele landbouwgrond in het kader van de Regeling GLB-inkomenssteun
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 19 mei 2017 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant en de staatssecretaris van Economische Zaken over de herziening van de bedrijfstoeslag voor het jaar 2012. De appellant had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de staatssecretaris, waarin de bedrijfstoeslag opnieuw was vastgesteld op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Het primaire besluit, genomen op 22 oktober 2015, leidde tot een verlaging van de bedrijfstoeslag, omdat perceel 12 was afgekeurd als subsidiabele landbouwgrond. De appellant betwistte deze afkeuring en stelde dat perceel 12 in 2012 als grasland voor kalveren werd gebruikt en dus subsidiabel was.
Tijdens de zitting op 13 januari 2017 was de appellant niet aanwezig, maar de staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Het College heeft overwogen dat de staatssecretaris op basis van luchtfoto's en andere gegevens terecht heeft geconcludeerd dat perceel 12 in 2012 niet overwegend voor landbouwdoeleinden werd gebruikt, maar was ingericht voor een hondenpension. De appellant kon niet aantonen dat het perceel hoofdzakelijk voor landbouwdoeleinden was gebruikt, ondanks zijn beweringen hierover.
Het College heeft vastgesteld dat de appellant geen juiste gegevens heeft verstrekt en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak concludeert dat het beroep van de appellant ongegrond is, en de beslissing van de staatssecretaris om de bedrijfstoeslag te verlagen wordt bevestigd.