Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 16 juni 2017 op het hoger beroep van:
[naam 1] h.o.d.n. melkveehouderij [naam 1] , te [plaats] , appellant
de staatssecretaris van Economische Zaken, de staatssecretaris
Procesverloop in hoger beroep
Grondslag van het geschil
Uitspraak van de rechtbank
nogmaalsverklaard dat de aangevoerde kalvergier niet is aangewend in 2011 maar in 2012. Gelet hierop is de rechtbank met verweerder van oordeel dat het opmerkelijk is dat eiser in de bezwaarfase met betrekking tot het jaar 2012 heeft aangegeven dat de in april 2011 aangevoerde kalvergier niet in opslag is gegaan eind 2011 maar zou zijn aangewend in 2011.
Beoordeling van het geschil in hoger beroep
Het College stelt allereerst vast dat in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank enkel wordt aangevochten op het punt van de bestuurlijke boete van € 9.066,- wegens overtreding van artikel 7 van de Msw. De bestuurlijke boete van € 300,- wegens het niet naar waarheid aanleveren van gegevens is niet in geschil.