ECLI:NL:CBB:2017:289

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
4 augustus 2017
Publicatiedatum
10 augustus 2017
Zaaknummer
17/1217
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E.R. Eggeraat
  • J.W.E. Pinckaers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de bevoegdheid tot handhaving tegen het doden van kippen besmet met Fipronil

In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 augustus 2017 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoek van verschillende stichtingen, waaronder Stichting Comité Dierennoodhulp, tegen de staatssecretaris van Economische Zaken. De verzoekers waren van mening dat het doden van kippen, die besmet zijn met het verboden middel Fipronil, niet toegestaan is op basis van de Wet dieren. Ze stelden dat de pluimveehouders die hun kippen om bedrijfseconomische redenen willen ruimen, in strijd handelen met de wetgeving die het doden van dieren reguleert.

De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het op grond van de geldende regelgeving niet verboden is om kippen te doden. De rechter concludeerde dat de pluimveehouders vrij zijn om te beslissen om hun kippen te ruimen, zonder dat zij daarmee een overtreding begaan. Dit betekent dat de staatssecretaris niet bevoegd is om handhavend op te treden tegen deze handelingen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening dan ook afgewezen, omdat er geen juridische grondslag is voor het verbieden van het doden van de kippen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak om de wetgeving rondom dierenwelzijn en handhaving zorgvuldig te interpreteren, vooral in situaties waarin economische belangen en dierenwelzijn met elkaar in conflict komen. De uitspraak heeft implicaties voor de manier waarop de overheid omgaat met handhaving in situaties van besmetting met schadelijke stoffen in de voedselketen.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 17/1217
[11350]

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

4 augustus 2017 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

stichting Comité Dierennoodhulp, te Amsterdam,

stichting Levende Have, te Welsum,
stichting Een Dier een Vriend, te Den Haag,
stichting Dierennood, te Rotterdam
stichting Rechten voor al wat leeft, te Alkmaar, verzoekers
(gemachtigde: mr. L.L. Baar),
en

de staatssecretaris van Economische Zaken, verweerder,

(gemachtigde: mr. drs. P.J. Kooiman).

Procesverloop

Bij besluit van 4 augustus 2017 (primair besluit) heeft verweerder het verzoek van verzoekers om handhavend op te treden tegen pluimveehouders wier kippen besmet zijn met Fipronil, door hen geen toestemming te verlenen hun kippen te laten doden en vernietigen, afgewezen.
Verzoekster heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 augustus 2017. De gemachtigden van partijen zijn verschenen. Namens Stichting Comité Dierennoodhulp is verder nog verschenen A. van de Werd en namens stichting Een Dier een Vriend is verder nog verschenen C.A. Dekkers. Namens verweerder is verder nog verschenen B.M. Kleijs.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Verweerder heeft het verzoek van verzoekers afgewezen om (preventief) handhavend op te treden tegen pluimveehouders die hun kippen (gaan) ruimen omdat ze, evenals hun eieren, sporen van het binnen de voedselketen verboden middel Fipronil bevatten. De bedrijven van deze pluimveehouders zijn door verweerder geblokkeerd en mogen tot nader order geen kippen, eieren of mest afvoeren. Verzoekers verzetten zich ertegen dat deze bedrijven de kippen (gaan) doden en vervangen door nieuwe kippen om de blokkade zo snel mogelijk te beëindigen. De pluimveehouders zouden in plaats daarvan ook kunnen wachten totdat de Fipronil vanzelf uit de kippen is verdwenen. De kippen zijn niet ziek, vormen geen gevaar voor de volksgezondheid en er is geen besmettingsrisico. Het om puur economische reden ruimen en vernietigen van kippen, als hier aan de orde, is volgens verzoekers in strijd met artikel 2.10, eerste lid, van de Wet dieren inzake het doden van dieren, artikel 1.3 van de Wet dieren inzake de intrinsieke waarde van het dier, en het ‘niet-tenzij’ principe van de Wet dieren, ingevolge welk principe dieren niet mogen worden gedood als daarvoor geen gegronde reden is. Handhaving is volgens verzoekers ook mogelijk door de geblokkeerde bedrijven in de lijn van artikel 5.10 lid 2 van de Wet dieren een verbod op te leggen om de kippen te doden.
2. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het op grond van de van toepassing zijnde regelgeving, waaronder de door verzoekers aangehaalde artikelen uit de Wet dieren, niet is verboden om kippen te doden. Gelet hierop staat het pluimveehouders vrij om te beslissen om hun kippen om bedrijfseconomische redenen te ruimen. Zij begaan dan geen overtreding. Nu met het doden van kippen geen overtreding wordt begaan, kan verweerder, als ook vermeld in het primaire besluit, niet handhavend optreden om dit te voorkomen. Verweerder is daartoe niet bevoegd.
3. De voorzieningenrechter kan daarom niet bepalen dat verweerder handhavend moet optreden of maatregelen moet opleggen die ertoe leiden dat het ruimen van kippen met Fipronil wordt voorkomen.
w.g. E.R. Eggeraat w.g. J.W.E. Pinckaers