In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Economische Zaken, nadat haar bedrijfstoeslag voor het jaar 2012 opnieuw was vastgesteld. Het primaire besluit van 22 oktober 2015 herberekende de toeslag op € 51.935,43, wat leidde tot een sanctiekorting vanwege afgekeurde percelen. Appellante betoogde dat verweerder haar bezwaren tegen de vaststelling van de percelen niet inhoudelijk had beoordeeld en dat de vastgestelde oppervlakte van perceel 36 onjuist was. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat appellante de oppervlakte van de percelen opnieuw aan de orde kon stellen. Het College vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het ook de proceskosten van appellante vergoedde. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige besluitvorming door de overheid en de mogelijkheid voor appellanten om hun bezwaren opnieuw in te brengen als eerdere besluiten worden herzien.