ECLI:NL:CBB:2017:437
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de uitbetaling van betalingsrechten en vergroeningsbetaling in het kader van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 november 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de staatssecretaris van Economische Zaken. De appellant had bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de staatssecretaris van 25 en 27 februari 2016, waarbij hem betalingsrechten voor het jaar 2015 waren toegewezen en uitbetaling van deze rechten was toegekend. De appellant stelde dat hij geen uitbetaling had aangevraagd voor bepaalde percelen, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat een ander recht had op deze uitbetaling. Het College oordeelde dat de appellant bewust deze percelen niet had opgegeven en dat er geen sprake was van een kennelijke fout, zoals bedoeld in de relevante verordening. Het College concludeerde dat het beroep van de appellant ongegrond was, omdat de appellant zelf verantwoordelijk was voor de informatie die hij had verstrekt in de Gecombineerde opgave 2015. De uitspraak benadrukt dat het risico van onjuiste veronderstellingen bij de appellant ligt en dat de staatssecretaris niet verplicht was om nader onderzoek te verrichten naar de door de appellant ingediende gegevens. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.