ECLI:NL:CBB:2018:107
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- T. Pavićević
- J.W.E. Pinckaers
- Rechtspraak.nl
Weigering extra betaling jonge landbouwers GLB 2015 en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Maatschap [naam 1] te [plaats] beroep ingesteld tegen de afwijzing van de aanvraag voor extra betaling voor jonge landbouwers voor het jaar 2015 door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De aanvraag werd afgewezen op basis van de argumentatie dat de jonge landbouwer, [naam 3], geen daadwerkelijke, langdurige zeggenschap had over de maatschap, zoals vereist door de geldende Europese regelgeving. De Maatschap heeft betoogd dat [naam 3] wel degelijk aan de voorwaarden voldeed, onder andere door een overeenkomst die de zeggenschap van [naam 3] bevestigde. Tijdens de zitting op 31 januari 2018 heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) vastgesteld dat de minister zijn standpunt had gewijzigd, maar dat deze wijziging niet zonder gevolgen kon blijven voor de verdediging van de appellante. Het College heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, omdat de wijziging van de motivering niet in overeenstemming was met de Algemene wet bestuursrecht. Het College heeft de minister opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van de appellante, waarbij rekening moet worden gehouden met de argumenten die tijdens de zitting zijn aangevoerd. Tevens is de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de appellante, vastgesteld op € 1002,-.