ECLI:NL:CBB:2018:132
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Fosfaatrechten: omzetting varkensrechten en voorlopige voorziening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 25 april 2018 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot fosfaatrechten. Verzoekster, een vennootschap die haar gemengd bedrijf met varkens en runderen heeft omgevormd tot een melkveebedrijf, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarin haar fosfaatrechten zijn vastgesteld op 3.391 kilogram. Verzoekster verzoekt om omzetting van haar varkensrechten in fosfaatrechten, omdat zij meent dat het huidige stelsel van fosfaatrechten een onevenredige inbreuk maakt op haar eigendomsrechten en dat zij hierdoor niet in staat is haar melkkoeien en jongvee te benutten.
Tijdens de zitting op 19 april 2018 zijn de vennoten van verzoekster verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat de feiten en omstandigheden in deze zaak onvoldoende aanleiding geven voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af, waarbij hij opmerkt dat de niet-omzetting van varkensrechten naar fosfaatrechten niet onrechtmatig is en dat de gevolgen van het fosfaatrechtenstelsel in deze spoedprocedure niet definitief kunnen worden beoordeeld.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster haar varkensrechten kan verkopen en de opbrengsten kan gebruiken om fosfaatrechten aan te kopen. De beslissing van de voorzieningenrechter is openbaar uitgesproken op 25 april 2018, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.