ECLI:NL:CBB:2018:176
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Toewijzing betalingsrechten GLB 2015 en geschil over subsidiabele percelen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 1 mei 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante V.O.F. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de toewijzing van betalingsrechten voor het jaar 2015 op basis van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. Appellante had een aanvraag ingediend voor toewijzing van betalingsrechten voor 43 percelen met een totale oppervlakte van 82,95 hectare. De minister heeft echter in zijn besluiten de subsidiabele oppervlakte van verschillende percelen lager vastgesteld dan door appellante opgegeven.
Het College heeft vastgesteld dat de minister in zijn besluiten niet voldoende heeft gemotiveerd waarom bepaalde percelen niet als subsidiabel zijn aangemerkt. Dit betreft met name perceel 1, dat door de minister op 0,00 hectare is vastgesteld, terwijl appellante heeft aangevoerd dat zij dit perceel wel heeft opgegeven. Ook voor perceel 42 heeft de minister ten onrechte een deel van de oppervlakte niet als subsidiabel aangemerkt. Het College heeft geoordeeld dat de besluiten van de minister in strijd zijn met de motiveringsplicht en heeft deze vernietigd.
De uitspraak concludeert dat het beroep van appellante gegrond is en dat de minister binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen op het bezwaar van appellante. Tevens is de minister veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 1503,-. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 mei 2018.