ECLI:NL:CBB:2018:506
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring bezwaar fosfaatrechtenbeschikking
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 4 september 2018 uitspraak gedaan in het geschil tussen Melkveebedrijf [naam 1] en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het geschil betreft de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar van appellante tegen de fosfaatrechtenbeschikking. De minister had op 12 januari 2018 het fosfaatrecht van appellante vastgesteld op 5.614 kg, waarna appellante op 8 mei 2018 bezwaar aantekende. Dit bezwaar werd door de minister niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 6:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat appellante haar bezwaar niet had gemotiveerd en geen omstandigheden had aangedragen die het verzuim rechtvaardigden.
Appellante stelde dat zij gehoord had willen worden en dat de termijn voor het indienen van bezwaargronden te kort was. Het College overwoog dat verweerder appellante de gelegenheid had geboden om haar verzuim te herstellen binnen een gestelde termijn, maar dat appellante hier niet op had gereageerd. Het College concludeerde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard, omdat appellante niet had voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Awb. De beslissing van de minister om af te zien van het horen van appellante werd ook als juist beoordeeld, aangezien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was.
De uitspraak eindigde met de beslissing dat het beroep ongegrond werd verklaard en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. R.C. Stam, in aanwezigheid van griffier mr. L. ten Hove.