ECLI:NL:CBB:2018:537
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.R. Winter
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van ontheffingsverzoek herplantplicht Boswet
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 16 oktober 2018 uitspraak gedaan in de zaken 16/1159 en 16/1160. Het beroep van PPS is ongegrond verklaard. De verweerder heeft het beroep van PPS terecht niet-ontvankelijk verklaard, omdat PPS geen rechtstreeks belang heeft bij de afwijzing van het ontheffingsverzoek. PPS is niet de eigenaar van de grond in de zin van de Boswet en heeft het ontheffingsverzoek niet ingediend. De Boswet biedt weinig ruimte om een andere partij dan de eigenaar van de grond waarop de herplantplicht rust aan te merken als een rechtsreeks belanghebbende bij een ontheffingsverzoek.
Daarnaast is het beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard. Appellant heeft geen belang meer bij zijn beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot ontheffing van de herplantplicht op het perceel, omdat de eigendom van het perceel hangende beroep is overgegaan op een nieuwe eigenaar. De nieuwe eigenaar kan de procedure van appellant niet als rechtsopvolger onder bijzondere titel voortzetten, omdat er als gevolg van de rechtsopvolging geen rechtsbescherming verloren gaat.
De uitspraak is gedaan in het kader van de Boswet, waarbij de herplantplicht rust op de eigenaar van de grond. De relevante wetsbepalingen zijn artikel 1 en 3 van de Boswet en artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak benadrukt het belang van eigendom en de rol van belanghebbenden in bestuursrechtelijke procedures.