ECLI:NL:CBB:2019:58
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake proceskostenveroordeling en Wwft-onderzoek door Bureau Financieel Toezicht
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van het Bureau Financieel Toezicht (BFT) met betrekking tot de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Appellante, een belastingadviseur, had hoger beroep ingesteld tegen de besluiten van BFT die haar een aanwijzing en een bestuurlijke boete oplegden wegens vermeende overtredingen van de Wwft. De zaak betreft de vraag of appellante voldoende cliëntenonderzoek heeft verricht en of zij ongebruikelijke transacties had moeten melden. Het College oordeelde dat appellante in 2014 niet heeft voldaan aan artikel 3, tweede lid, aanhef en onder d, van de Wwft, omdat zij de herkomst van een bedrag van € 9.000,- onvoldoende had onderzocht. Echter, het College oordeelde ook dat appellante geen melding hoefde te maken van een contante betaling van € 1.250,- aan een andere partij, omdat er geen aanleiding was om te vermoeden dat deze betaling verband hield met witwassen of financiering van terrorisme. Het hoger beroep van appellante werd gegrond verklaard, de eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en de besluiten van BFT werden herroepen. Tevens werd BFT veroordeeld in de proceskosten van appellante.