ECLI:NL:CBB:2019:80
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Ontbreken procesbelang bij vaststelling gewascode in het kader van GLB-betalingen
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] V.O.F. en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft de vaststelling van de gewascode voor bepaalde percelen landbouwgrond en de daaruit voortvloeiende betalingsrechten onder de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB voor het jaar 2016. Appellante, [naam 1] V.O.F., had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister waarin het bedrag aan basis- en vergroeningsbetaling werd vastgesteld. Het primaire besluit, genomen op 29 maart 2017, stelde het bedrag op € 23.720,16, gebaseerd op 77,86 betalingsrechten en een oppervlakte van 75,53 ha.
Appellante betwistte de vaststelling van de gewascode voor percelen 6 en 14, die door de minister als blijvend grasland waren aangemerkt. Appellante stelde dat deze percelen in werkelijkheid stroken bouwland zijn die onder een agromilieuverbintenis vallen. Tijdens de zitting op 29 januari 2019 heeft appellante haar standpunt toegelicht, waarbij zij benadrukte dat de gewascode invloed heeft op haar verplichtingen met betrekking tot het in stand houden van de percelen.
Het College overwoog dat voor een ontvankelijk beroep procesbelang vereist is. Aangezien de wijziging van de gewascode geen invloed heeft op de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling, ontbrak het procesbelang. Het College verklaarde het beroep dan ook niet-ontvankelijk en wees de verzoeken om proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 26 februari 2019.