ECLI:NL:CBB:2019:96
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.R. Winter
- H.O. Kerkmeester
- I.M. Ludwig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van subsidie voor duurzame energieproductie en de definitie van ingebruikname
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 5 maart 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam 1] N.V. en de minister van Economische Zaken en Klimaat over de intrekking van een subsidie voor duurzame energieproductie. De subsidie was oorspronkelijk verleend op 29 april 2016, maar werd ingetrokken bij besluit van 8 juni 2017, omdat de productie-installatie volgens de minister al in gebruik was genomen vóór de aanvraagdatum. Appellante stelde dat de installatie pas op 1 juli 2016 in gebruik was genomen, maar het College oordeelde dat de installatie al in september 2015 energie produceerde. Dit leidde tot de conclusie dat de subsidie op grond van artikel 3, derde lid, van het Besluit SDE niet verleend had mogen worden, aangezien de installatie eerder in gebruik was genomen dan de aanvraagdatum. Het College verwierp het beroep van appellante, die aanvoerde dat het ontbreken van een definitie van 'in gebruik nemen' in het Besluit SDE strijd opleverde met het rechtzekerheidsbeginsel. Het College oordeelde dat de term 'in gebruik nemen' moet worden geïnterpreteerd in de context van normaal taalgebruik, wat betekent dat de installatie moet doen waarvoor deze bestemd is. De uitspraak benadrukt het belang van correcte informatieverstrekking bij subsidieaanvragen en de gevolgen van onjuiste gegevens voor de subsidieverlening.