Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 december 2020 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.De in het primaire besluit vervatte maatregel is opgelegd vanwege soortgelijke overtredingen en overlapt daarmee vergaand de juridische grondslag van de last onder bestuursdwang. Verweerder heeft ter zitting overigens erkend dat sprake is van een gedeeltelijke overlap. Appellante heeft naar het oordeel van het College terecht naar voren gebracht dat dezelfde of vergelijkbare feitelijke handelingen ten grondslag liggen aan de last onder bestuursdwang van 1 oktober 2018 en het primaire besluit. Anders dan verweerder stelt, ziet het primaire besluit niet op andere dieren dan de last onder bestuursdwang. In haar exploitatie voert appellante in een doorlopend cyclisch proces biggen aan en af en uit geen van de lasten blijkt dat zij zich beperken tot bepaalde in die cyclus opgelegde dieren.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit en het invorderingsbesluit gegrond;
- vernietigt deze besluiten;
- herroept het primaire besluit en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellante te vergoeden;