ECLI:NL:CBB:2020:102
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Pavićević
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van basis- en vergroeningsbetaling voor 2016 in het kader van het GLB
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 18 februari 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het geschil betreft de uitbetaling van de basis- en vergroeningsbetaling voor het jaar 2016, zoals geregeld in de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB. De appellant had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van de minister, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. In een eerdere uitspraak van 22 mei 2018 had het College de minister opgedragen om een nieuw besluit te nemen over de uitbetaling. De minister heeft vervolgens op 21 december 2018 een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van de appellant gegrond werd verklaard en het bedrag aan uitbetaling opnieuw werd vastgesteld.
De appellant heeft beroep ingesteld tegen dit nieuwe besluit, maar is niet verschenen op de zitting. De minister was vertegenwoordigd door gemachtigden. Het College heeft overwogen dat het geschil zich richt op de vaststelling van het bedrag aan uitbetaling en dat de appellant geen procesbelang heeft, omdat hij al het maximale bedrag heeft ontvangen dat hij kon krijgen op basis van de toegewezen betalingsrechten. Het College heeft vastgesteld dat de appellant niet in een betere positie kan komen door het aanwenden van een rechtsmiddel, aangezien hij geen beroep heeft ingesteld tegen het hogere aantal betalingsrechten dat hem was toegewezen.
Uiteindelijk heeft het College geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang is. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 februari 2020, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.