Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 26 mei 2020 in de zaak tussen
Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO), verweerder,
Procesverloop
.
College van Beroep voor het bedrijfsleven
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 26 mei 2020 uitspraak gedaan in het geschil tussen M&H International Tranz B.V. (appellante) en de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) (verweerder) over de weigering van een communautaire vergunning op basis van de Wet wegvervoer goederen. De NIWO had op 9 november 2018 de aanvraag van appellante afgewezen, omdat zij niet had aangetoond te voldoen aan de eis van vakbekwaamheid zoals vastgelegd in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder d, van Verordening 1071/2009/EG. Dit besluit werd in een later bestreden besluit op 18 februari 2019 bevestigd.
Tijdens de zitting op 4 maart 2020 is appellante niet verschenen, terwijl de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was. De NIWO had eerder aangegeven dat de door appellante voorgestelde vervoersmanager, [naam 3], niet voldeed aan de vereisten voor vakbekwaamheid, omdat hij ook andere werkzaamheden had die hem belemmerden om daadwerkelijk en permanent leiding te geven aan de vervoersactiviteiten van appellante. Appellante voerde aan dat [naam 3] voldoende tijd had om de functie te vervullen, maar dit werd door verweerder betwist.
Het College oordeelde dat appellante niet voldoende bewijs had geleverd dat [naam 3] daadwerkelijk en permanent leiding zou geven aan de vervoersactiviteiten. De omstandigheden, waaronder het niet verschijnen van appellante op de zitting en het ontbreken van een onderbouwing van de beschikbaarheid van [naam 3], leidden tot de conclusie dat de NIWO terecht had geweigerd de vergunning te verlenen. Het beroep van appellante werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.